Verrijking vs. verarming
Inmiddels weten steeds meer kromsnaveleigenaren wat verrijking is en waarom het zo belangrijk is. Maar wist u dat er ook zoiets bestaat als “verarming”?
Het is naar mijn weten geen officiële term, maar ik gebruik hem voor de manier waarop we onze kromsnavels tekort kunnen doen. Uiteraard doen we dat niet bewust. Iedereen zorgt, als het goed is, naar eer en geweten en naar beste kunnen voor zijn kromsnavel. Toch?
Toch denk ik dat kromsnavels in gevangenschap regelmatig blootgesteld worden aan verarming. Verarming is niet alleen het niet of onvoldoende aanbieden van verrijking. Het gaat eigenlijk nog een stap verder. Verarming is het (volledig) ontnemen van de mogelijkheid om soorteigen gedrag te vertonen waardoor een vogel zich niet meer gedraagt als een vogel. Dat klinkt heftig…. en dat is het ook.
Waarschijnlijk denkt u nu aan schrijnende situaties. Bijvoorbeeld van een vogel die al 30 jaar in dezelfde kooi zit met een en dezelfde zitstok, één afgekloven speeltje en een bak met pinda’s en zonnebloempitten. Ik ga u vertellen dat er bij de kromsnavels die elke dag uit de kooi mogen (of er zelfs nooit in hoeven), voldoende speelgoed hebben en gezonde voeding aangeboden krijgen, ook sprake kan zijn van verarming. Hoe dan?
Bijvoorbeeld door ze vrijwel voortdurend op de schouder te hebben, ze geen eigen keuzes te laten maken en ze niet te stimuleren om de wereld te verkennen. Het zijn de vogels die uitermate gezellig zijn, het liefste bij je willen zitten en die niet kunnen/willen vliegen. Ze doen eigenlijk niks. Behalve gezellig bij je zitten. Samen eten, samen douchen, samen naar buiten, samen een dutje doen, samen knuffelen, …
Er lijkt op het oog misschien niet zo veel mis mee. Maar voor een intelligent, nieuwsgierig dier dat lichamelijk gemaakt is om topprestaties te leveren, is dit geen leuk leven. Bedenk dat ook bij de vogels waarop bovenstaande slechts ten dele van toepassing is, sprake kan zijn van verarming. Als u er niet bent zitten ze waarschijnlijk te wachten tot u weer terugkomt. Soms eten, drinken en poepen ze niet eens totdat de eigenaar er weer is.
De vogel komt op deze manier echt heel veel te kort en chronische stress, een verminderde weerstand en gedragsproblemen liggen op de loer. Kortom: stimuleer en faciliteer de mogelijkheid om soorteigen gedrag te vertonen en voorkom een (partner)relatie en activiteiten die leiden tot verarming.