De kromsnavel is een sociaal dier: wat betekent dat eigenlijk?
Sociaal gedrag is gedrag dat soortgenoten ten opzichte van elkaar vertonen. Vrijwel elk dier heeft contact met soortgenoten (al was het alleen maar om te paren) en vertoont in die zin sociaal gedrag. In het algemeen hebben we het over sociale dieren als een diersoort in een groep leeft.
De mate waarin en de manier waarop dieren sociaal zijn kan per soort erg verschillen.
Samenleven kan namelijk op meerdere manieren. Soms lijken dieren in een groep te leven, maar zijn ze in werkelijkheid alleen maar toevallig op dezelfde plaats. In andere groepen leven de dieren langer samen en wisselen ze signalen uit, maar kennen ze elkaar niet individueel. Er komen ook groepen voor waarbij de leden van de groep elkaar herkennen, bijvoorbeeld aan geur of op basis van uiterlijke kenmerken. Binnen sociale groepen waarin de dieren elkaar individueel kennen, is meestal een rangorde of taakverdeling.
Sociaal gedrag heeft verschillende functies. Het is o.a. belangrijk voor het overleven van de groep. Dieren communiceren met elkaar over voedsel of de dreiging van gevaar. Ook spelgedrag en verzorgingsgedrag zijn uitingen van sociaal gedrag. Niet al het sociale gedrag is vriendelijk. Om de rangorde te bevestigen of om conflicten op te lossen, kunnen dieren ook agressief gedrag vertonen, waarbij ze imponeren, dreigen of vechten.
Veel papegaaien en parkieten leven in groepen. Deze groepen kunnen variƫren van een aantal vogels tot aan honderden vogels. Een groep bestaat vaak uit meerdere subgroepen die bestaan uit een koppel (man en pop) dat samenleeft met hun jongen uit verschillende broedseizoenen. Op deze manier worden (sociale) vaardigheden overgedragen op volgende generaties. Eenmaal broedrijp zullen de jongen de subgroep verlaten en op zoek gaan naar een partner.
Sociaal zijn is ook weten hoe je je moet gedragen in de omgang met anderen. Mensen zijn in die zin uitermate sociaal. Aardig zijn, je kunnen verplaatsen in een ander, behulpzaam, vriendelijk, makkelijk in de omgang, etc. het zijn allemaal omschrijvingen van sociaal gedrag. Voor een deel zijn dit gedragingen die we in aanleg meekrijgen in onze genen, maar de manier waarop we opgevoed worden speelt ook een rol.
Dit geldt ook voor de papegaaien en parkieten die met ons samenleven. Ook zij moeten leren om zich (sociaal) te gedragen in ons bijzijn, in het bijzijn van soortgenoten en eventuele andere huisdieren. Aangezien we niet van dezelfde soort zijn, kunnen er communicatieproblemen ontstaan. Wees u hiervan bewust wanneer u een kromsnavel (of ander dier) in huis haalt. Het is een van de voorwaarden om (gedrags)problemen te voorkomen.