Socialisatie van kromsnavels


Voor elke diersoort is socialisatie een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling naar volwassenheid. Socialisatie is een veel gebruikt begrip. Maar wat is socialisatie eigenlijk?

 

Socialisatie begint al op jonge leeftijd en bestaat in ieder geval uit:

1.  Het aangaan van sociale banden met soortgenoten en, in het geval van onze huiskamervogels, de mens.

2. Gewenning (habituatie) aan o.a. verschillende situaties, objecten en geluiden.

 

De socialisatie van een dier vormt de manier waarop deze op latere leeftijd relaties aangaat met soortgenoten en mensen en de manier waarop hij omgaat met nieuwe situaties of veranderingen. Bij honden en katten is al veel onderzoek gedaan naar deze belangrijke periode. Hierdoor weten we dat socialisatie plaatsvindt in fasen en dat er kritieke perioden zijn waarin een dier optimaal gevoelig is voor het opdoen van nieuwe ervaringen of het leren van bepaalde vaardigheden. Ook weten we dat deze perioden niet meer ingehaald kunnen worden en dat te weinig prikkels net zo kwalijk kan zijn als te veel prikkels.

 

Met bovenstaande kennis in het achterhoofd is het goed voor te stellen dat een goede socialisatie (gedrags)problemen op latere leeftijd kan voorkomen. Wanneer we vervolgens bedenken dat ook kromsnavels een socialisatieperiode doormaken, is het eigenlijk logisch dat (gedrags)problemen op latere leeftijd voort kunnen komen uit bepaalde ervaringen tijdens de socialisatieperiode.




Helaas weten we van kromsnavels nog niet precies wanneer de gevoelige perioden zijn. Wel weten we dat veel kromsnavels relatief lang (variërend van een aantal maanden tot een paar jaar) bij hun ouders in de buurt blijven om alle finesses van het “vogelschap” onder de knie te krijgen. Bij deze vogelvaardigheden horen niet alleen het aangaan van sociale banden en gewenning aan verschillende situaties, objecten en geluiden. Ook leren ze (elkaar) poetsen, badderen (lichaamsverzorging), wat wel/niet eetbaar is, vliegen, foerageren, vocaliseren, jongen grootbrengen en andere soorteigen gedragingen.

 

Kortom: een vrij breed pakket aan vaardigheden die, bij aanschaf van een jonge papegaai of parkiet, door de eigenaar (aan)geleerd moeten worden. Uiteraard een mooi avontuur om aan te gaan met de nieuwe huisgenoot, maar ook best ingewikkeld en niet alle kersverse kromsnaveleigenaren realiseren zich wat deze belangrijke taak inhoudt of hoe ze dit het beste kunnen aanpakken. Als gevolg hiervan zijn er kromsnavels die in de loop van de tijd gedragsproblemen vertonen. Zo kan een vogel die niet geleerd heeft om zichzelf te vermaken, voortdurend aandacht vragen of gaan roepen/schreeuwen als de eigenaar de kamer verlaat. Maar ook angst voor speelgoed, niet willen badderen of geen groente willen eten, zijn gedragingen die voort kunnen komen uit een beperkte socialisatie.